Binnen de sector zijn er duidelijke verschillen zichtbaar. In de burgerlijke en utiliteitsbouw steeg de omzet met 4,3 procent, iets meer dan de 3,1 procent in 2023. De grond-, water- en wegenbouw kende echter een veel sterkere afname: een groei van 2,7 procent in 2024 ten opzichte van 7,3 procent in 2023. Gespecialiseerde bouwbedrijven zagen hun omzetgroei dalen van 9,2 procent in 2023 naar slechts 2,8 procent in 2024.

Ook de prijstrend in de bouwmaterialenindustrie is opvallend. De binnenlandse afzetprijzen bleven in 2024 nagenoeg stabiel, met een stijging van slechts 0,1 procent. In 2023 lag dit percentage nog op 10,4 procent, wat wijst op een afvlakking van de kostenstijgingen in de sector.

Wat betekent dit voor de toekomst?

Deze ontwikkelingen roepen vragen op over de toekomst van de sector. De lagere omzetgroei en daling in opleveringen duiden erop dat de bouw onder druk staat. Stijgende materiaalkosten, personeelstekorten en strengere regelgeving spelen daarbij een rol. Tegelijkertijd blijft de vraag naar woningen groot, wat kansen biedt voor bedrijven die zich weten aan te passen. Innovatie en digitalisering kunnen hierbij cruciaal zijn. Door slimmer en efficiënter te bouwen, kunnen bouwbedrijven beter inspelen op de veranderende marktomstandigheden.

Ook duurzaamheid wordt steeds belangrijker. De sector moet niet alleen voldoen aan strengere milieuregels, maar kan ook profiteren van de groeiende vraag naar energiezuinige woningen en renovatieprojecten. Dit vraagt om een flexibele aanpak, waarbij bedrijven snel inspelen op nieuwe ontwikkelingen en samenwerken met andere sectoren, zoals de technologie- en energiewereld.

Hoewel de bouwsector voor uitdagingen staat, liggen er dus ook kansen. Bedrijven die investeren in innovatie, efficiëntie en duurzaamheid zullen beter in staat zijn om de gevolgen van de lagere omzetgroei op te vangen en toekomstbestendig te blijven.