Voor veel agrarische producten, zoals granen, peulvruchten en zaden, stijgt het btw-tarief van 9% naar 21%. Deze verhoging heeft gevolgen voor zowel agrarische bedrijven als consumenten die deze producten kopen, omdat de kosten merkbaar stijgen. 

Voorbeeld: zak veevoer

• 2024: een zak veevoer van 20 kg kost in 2024 €25 inclusief 9% btw (€22,94 + €2,06 btw)

• 2026: dezelfde zak kost in 2026 €27,75 inclusief 21% btw (€22,94 + €4,81 btw)

Dit betekent een prijsstijging van €2,75 per zak (11%). Voor een boer die jaarlijks 1000 zakken veevoer koopt, stijgen de kosten dus met €2.750.

De prijzen van boeken, tijdschriften en kranten zullen ook stijgen door de btw-verhoging.

Voorbeeld: Dagblad De Telegraaf

• 2024: een losse editie van De Telegraaf kost €3,60 inclusief 9% btw (€3,30 + €0,30 btw).

• 2026: dezelfde krant kost in 2026 €4,35 inclusief 21% btw (€3,30 + €1,05 btw).

Dit betekent een prijsstijging van €0,75 per editie (20,83%). Ook de krantabonnementen zullen aanzienlijk stijgen. Een jaarabonnement op De Telegraaf stijgt bijvoorbeeld van €467,48 naar €518,95. Met deze prijsverhoging dreigt de krant steeds minder toegankelijk te worden voor mensen met lagere inkomens.

Voorbeeld: prijs van boeken

• 2024: een boek kost €20 inclusief 9% btw (€18,35 + €1,65 btw)

• 2026: hetzelfde boek kost in 2026 €22,20 inclusief 21% btw (€18,35 + €3,85 btw)

Deze prijsstijging van €2,20 per boek kan invloed hebben op de lees- en koopgewoonten van consumenten. 

De btw-verhoging treft ook de culturele sector, wat kan leiden tot duurdere toegangskaarten voor evenementen.

Voorbeeld: concertkaartjes

• 2024: een concertkaartje van €85 inclusief 9% btw (€77,98 + €7,02 btw)

• 2026: hetzelfde kaartje kost in 2026 €102,85 inclusief 21% btw (€77,98 + €24,87 btw)

Dit betekent een prijsstijging van €17,85 per kaartje (20,94%). Deze stijging kan voor ondernemers in de cultuursector een flinke uitdaging vormen: hogere ticketprijzen kunnen bezoekersaantallen onder druk zetten.

Let op: het btw-tarief van 21% geldt ook voor vooruitbetalingen

Wordt een theatervoorstelling vooruitbetaald op 3 november 2025 door een kaartje te kopen, maar is de voorstelling pas op 2 januari 2026? Dan geldt het btw-tarief van 21%.

De hotelbranche zal ook geconfronteerd worden met een significante btw-verhoging.

Voorbeeld: hotelovernachting

• 2024: een overnachting kost €100 inclusief 9% btw (€91,74 + €8,26 btw)

• 2026: dezelfde overnachting kost €111 inclusief 21% btw (€91,74 + €19,26 btw)

Een prijsstijging van €11 per nacht kan gevolgen hebben voor de toeristische sector en zakenreizen.

Ook de sportbranche moet geloven aan de stijgingen in het btw-tarief.

Voorbeeld: toegangskaartje voetbalwedstrijd

• 2024: een toegangskaartje voor de Eredivisie voetbalwedstrijd Heerenveen - Ajax kost €55 inclusief 9% btw (€50,46 + €4,54 btw)

• 2026: hetzelfde kaartje kost in 2026 €61,06 inclusief 21% btw (€50,46 + €10,60 btw).

Dit betekent een prijsstijging van ongeveer €6,- per kaartje (11% meer). Voor een gezin van vier personen dat regelmatig wedstrijden bezoekt, kan dit oplopen tot een aanzienlijke kostenverhoging. Bijvoorbeeld, als ze 10 keer per jaar naar een wedstrijd gaan, stijgen de jaarlijkse kosten met €240 (4 personen x €6,- x 10 wedstrijden).

Deze prijsstijging kan gevolgen hebben voor de toegankelijkheid van sportwedstrijden, vooral voor gezinnen en supporters met een lager inkomen. Sportclubs zullen moeten afwegen of ze deze btw-verhoging volledig doorberekenen aan de fans of een deel zelf absorberen om de kaartjes betaalbaar te houden.